knipsels zo over elkaar heen worden geplakt zodat het een geheel wordt. Delen van een originele tekeningen en foto’s worden een geheel. Je kunt dit heel goed zien bij het kubisme. Op dit schilderij van Picasso,
ambroise vollard, kun je goed zien dat het eigenlijk allemaal kleine stukjes zijn die eigenlijk een soort van over elkaar zijn geplakt. Dat zorgt dat het kubisme heel vlak wordt maar ook heel veel vormen heeft. Volgens sommige dichters zou het kubisme zijn uitgevonden toen Picasso een avondje bij Matisse was. Pablo Picasso was een van de bekendste Spaanse schilders. In de jaren 1905 – 1915 ontwikkelde hij het kubisme. Picasso heeft tijdens zijn leven enorm veel kunstwerken gemaakt. Tijdens de blauwe periode, de tijd dat hij in armoede in Parijs woonde, maakt hij sombere schilderijen in donkere en sombere kleuren. Hij werd bekender en kreeg een nieuwe relatie. Daardoor voelde hij zich niet meer somber. De roze periode brak aan, vanwege het vele gebruik van de tinten blauw en roze. In Parijs kwam Picasso in aanraking met primitieve Afrikaanse en Polynesische beeldhouwwerken die hem inspireerden. Door een hardere en strakkere uitdrukkingswijze en het gebruik van meer dikkere lagen (collage) verf ontstond een geheel nieuwe stijl: het kubisme (kubistische periode). Samen met Georges Braque wordt Picasso gezien als uitvinder van deze moderne kunststroming. Toen de eerste wereldoorlog uitbrak moesten veel vrienden van Picasso militaire dienst leveren. Picasso werd eenzaam en hij werd depressief. Hij werd meegenomen naar Rome, waar hij kunst ging ontwerpen voor een balletgezelschap. Picasso verdiepte zich in de klassieke kunst en er kwam een klassieke periode. Tussen 1925 en 1930 ontstond er in Europa een nieuwe kunststroming: het surrealisme. Picasso was onder de indruk van deze stroming en ging er in mee. In deze surrealistisch periode experimenteerde hij veel met kleur, vorm en stijlen. Daarna kwam de abstracte periode waarin Picasso steeds meer abstracter ging werken. In zijn laatste periode trok hij zich uit de publiciteit. In 1890 begon Matisse prenten te kopiëren. Hij wordt door de kleuren gegrepen en richt zich op de kunst. In Parijs maakt hij kennis met het fauvisme. Aan het begin heeft hij een minder geslaagd kleurengebruik. Op Corsica leert hij de zuidelijke helle kleuren kennen. In 1904 neemt hij het divisionisme en het pointillisme onder handen. Hij bouwt zijn schilderijen op met gekleurde puntjes en weglating van schaduwen. In 1905 wordt Matisse pas echt beroemd. Hij wordt gezien als de grondlegger van het fauvisme. In 1907 hadden Picasso en Cézanne hem de weg van het nieuwe kubisme laten zien. Matisse bleef zijn kleurentechniek trouw.